SAM BROKKEN
 

HET LEVEN ZOALS HET IS: LIBERTAIR INDIA (Deel 1)

Koeien.jpg

INTRODUCTIE

Het moet 1995 zijn geweest.  Het jaar waarin ik mijn eerste diploma behaalde en de eerste stappen zette op de arbeidsmarkt.  Als net afgestudeerd groentje van nauwelijks 20 botste ik plots op een hoop regels en wetgeving om mijn eigen leven te kunnen vormgeven.  Een eerste confrontatie met het systeem. 

Een paar jaar later doken, onder het mom van de veiligheid, de eerste camera’s op in de openbare ruimte.  Toen begon mijn onbehaaglijk gevoel toe te nemen.  Waarom moesten die er komen?  Welke veiligheid?  Het was niet alsof mensen aan de lopende band werden vermoord op straat.  Een handtassendief niet te na gesproken was er toen nauwelijks sprake van zwaar crimineel gedrag in het straatbeeld.  Er bestond namelijk nog zoiets als sociale controle, en ja, in wereldsteden waren er nu eenmaal wijken waar je beter niet kwam.  Maar toch niet in Leuven en Mechelen, de steden waar ik mijn jeugd doorbracht.  Ik herinner me dat er toen best wel wat reactie kwam vanuit het publiek, velen maakte zich zorgen over de privacy.  Zelfs de media durfde toen in vraag stellen of dat geen stap te ver was.   Een jaar later doken ze meer en meer op in het straatbeeld en de dissidente stemmen verdwenen naar de achtergrond.  De publieke kritiek slonk en gewenning trad op, protest verstilde.  Ik kon het niet vatten.  

Mijn ganse leven had ik doorgebracht tussen rokers.  Een met blauwe damp gevulde kamer was binnen de familie legio.  De ganse horeca was er tevens aan onderhevig.  Geen haan kraaide ernaar.  Af en toe hoorde je eens iemand, vaak niet-rokers, zeggen dat de kledij na een avondje uit toch stonk, maar dat kon worden opgelost met een wasbeurt.  Over potentiële gezondheidsschade werd gewoon niet gesproken, men was er niet mee bezig. 

Nu ik er even over nadenk, de generatie die de gemiddelde leeftijd heeft opgetrokken, en zich nu vaak in een WZC bevindt hebben de gezegende leeftijd van om en bij de  80 of 90.  Zij hebben zowat hun ganse leven (passief) gerookt, of meer dan ¾ van hun tijd in de blauwe walm doorgebracht en toch zo oud worden?  It sets to think.   Maar 2011 brak aan en plots werd roken in alle openbare gelegenheden verboden.  Het jaar voordien werd er veel over gezeverd in de politiek en media, en je merkte toen dat de niet-rokers plots een groep hadden gevonden waarmee ze zichzelf konden identificeren.  Hier merkte ik voor het eerst dat een groep ‘silent voices’ plots elkaars stem begon te reproduceren en te amplificeren, plots ontstond er een polarisatie waarbij de rokers van de ene dag op de andere paria’s werden in de maatschappij.   Doet u dit denken aan iets wat we recent hebben meegemaakt?  (noot: ik ben roken hier niet aan het promoten, wel de massavorming aan het beschrijven die toen ook al bestond).  Alweer verbazend, en toen al verontrustend in mijn hoofd.

Enfin, ik had er als vrijdenkende mens meer en meer genoeg van dat enkelingen gingen beslissen, in de ene of andere richting, hoe en wat we moesten denken en doen.  Het Belgische en, bij uitbreiding, Europese ‘drukopwekkende’ gevoel begon me parten te spelen.  Altijd maar meer en meer regeltjes waardoor je als mens in een gareel werd gedwongen.  Een moeilijke tijd voor mezelf vermits ik me als jongeman niet meer bleek thuis te voelen in de maatschappij.

Winny, een journalist van Doorbraak vroeg me eens of ik altijd zo contrair ben geweest.  De man wist me te doorgronden én had een punt.  Als contrair betekende dat ik niet zomaar alles blindelings kon aanvaarden, dan moest ik schuldig pleiten.  Hoewel ik het niet uitte was ik geestelijk al enige tijd afstand aan het nemen van de wereld waarin ik vertoefde.  Het verklaart waarschijnlijk ook mijn strijdlust tijdens de coronaperiode omdat ik snel inzag dat de maatregelen niet in verhouding stonden, althans niet op populatieniveau.  De rest is voor jullie geschiedenis.  Mijn beide aanstellingen (Hasselt en Brussel) werden opgezegd en de vooruitzichten op een job waren zo goed als nihil nadat de MSM me volledig had gecanceld en geridiculiseerd.

Tijd om andere paden te verkennen.  De blik richten op de buitenlandse connecties en na wat omzwervingen en mogelijkheden te hebben bekeken werd India de nieuwe uitvalsbasis.  Met een nieuw project onder de arm (Global-Well) en een nieuwe start leek alles klaar om opnieuw te bouwen aan een toekomst.   En dat is alvast ten dele gelukt, toch wat betreft mijn eigen leven.

Sinds ik in India vertoef krijg ik met regelmaat van de klok de vraag hoe het leven hier verloopt.  Nu ik wat meer tijd heb vond ik het dan ook opportuun jullie even mee te nemen in mijn nieuwe wereld.  Let wel, veel van het land heb ik nog niet kunnen ontdekken.  Wat ik hier neerpen steunt louter op de regio’s die ik ken, waar ik verblijf en mijn beperkte ervaringen.

En om de vraag voor te zijn, mis ik België als land?  De rijke cultuur, prachtige stadscentra, architectuur, het lekkere en bourgondische eten….Ja, er zijn wel enkele aspecten die ik kon pruimen.  Maar over het algemeen?  Neen, nog geen seconde spijt.

INDIA, ARM LAND?

India is groots, en dat mag je letterlijk nemen.  Het land beslaat een oppervlakte van 3,2 miljoen kilometer (de ganse EU samen is 4,2) en wordt bevolkt door 1,4 miljard mensen.  De levensverwachting ligt rond de 72 jaar en stijgt elk jaar.   31% van de mensen behoort tot de middenklasse (6500 tot 32.500 euro/jaar), 52% behoort tot de lage kaste (2000 tot 6500 euro/jaar), een 15% is zeer arm.  Ongeveer 3-4% van de bevolking verdient meer dan 32.500 euro/jaar (bruto-lonen).  India behoort officieel tot de middeninkomenslanden.

 Zodra ik hier toekwam, werd dat ook heel concreet duidelijk.  Je merkt in één oogopslag al het verschil tussen de maatschappelijke lagen.  Het rijkere volk rijdt rond met ‘dikke bakken’, de grote meerderheid (lage middenklasse) op scooters, een deel van de middenklasse met wagens en de rest verplaatst zich met de fiets of te voet.  Mijn eerste indruk was dat van een chaotische samenleving, en dat blijkt het ook te zijn.  Er is weinig geregeld en de overheid mengt zich weinig.  

Het straatbeeld toonde chaos in het verkeer, koeien in het midden van de baan, claxonnerende massa die zich verplaatst zonder rekening te houden met veel regels.  De straatkanten bezaaid met rommel en afval.  De banen bezaaid met diepe putten, een maankrater was er niets tegen.  Arriveren tijdens de moesson-periode toont een totaal ander beeld dan de zomerperiode.  De wegen waren te vergelijken met een maanlandschap.  Tijdens de zomer wordt alles hersteld en ben je weer enkele maanden gerust.  Ik bevind me dan ook in de moesson-regio, in het Zuidwesten van India.

ARM VS RIJK(ER)

De zuiderse staten zijn over het algemeen de rijkere staten.  Hoe meer naar het centrum en naar het noorden, hoe armer de bevolking.  Althans, dat wordt hier algemeen zo aangenomen.  Echter, zijn het vooral de grote metropolen waar de rijken zich concentreren.  Denk maar aan Delhi, dat ligt meer noordelijk maar kent een zeer rijk publiek.  Het is dan ook het politieke centrum van India.  Kolkata, Chandigarh zijn ook noordelijk gelegen en ook daar is wat rijkdom te vinden.  

Het merendeel van de rijkere kasten bevindt zich op de horizontale ter hoogte van Mumbai en naar beneden toe.  Desalniettemin kom je hier ook met alle geledingen van de maatschappij in contact.  Gelukzoekers kiezen ervoor om naar de metropolen af te zakken in de hoop werk te vinden.  Zo behoren Mumbai, Chennai, de kleine staat Goa, Hyderabad en Bangalore tot de rijkste leefomgevingen en dat trekt armen aan in de hoop geld te verdienen voor hun arme families in de rest van het land.

De grote ongelijkheid valt dus wel op, zeker als je uit het westen komt.  Maar kijken we wel met dezelfde bril naar die ongelijkheid als de mensen ter plaatse?   Er wordt westerlingen voorgehouden dat de armen de slaven zijn van de rijkere.  Zo keek ik er de eerste weken ook wel naar.  De meesten uit de betere middenklasse en rijkere kasten wonen vaak in ‘gated communities’ waar je dus effectief armere mensen ziet zorg dragen voor de ganse omgeving.   Je hebt bewaking en alle mogelijke faciliteiten (fitness, zwembad, ontspanningsruimten, speeltuinen, sommigen zelfs tennisvelden en meer).  

Na een paar dagen werd ik al met de realiteit van de twee werelden (arm vs rijk) geconfronteerd.  Plots zag ik twee dames door mijn kleine tuin schoffelen om alle blaadjes bij elkaar te vegen.  Ik verschoot me een ongeluk.  Een paar uur later stond er iemand, ongevraagd, mijn planten water te geven.  Wat gebeurde hier allemaal?  Beleefd als ik ben begroette ik de mensen en poogde een gesprek aan te knopen.  Met de kop in kas dropen ze de komende dagen telkens weer af.  Niettegenstaande ik ook wel wist dat ze geen Engels machtig waren vond ik het vreemd dat er zelfs geen glimlach afkon, laat staan een poging tot non-verbale communicatie.  

Ik sprak mijn buren hier op aan en ze lieten me eerst en vooral weten dat de mensen werden betaald door de ‘fee’ die we dienden te betalen voor onderhoud.  Ze waren vast in dienst van de community.  En toen merkten ze op (en Indiërs zeggen gewoon wat ze denken) dat ik beter toch wat voorzichtig zou zijn om met het onderhoudspersoneel contact te leggen.  Een mens zou voor minder verschieten en ik vroeg dus enigszins gepikeerd: “Waarom?”.  De uitleg die toen volgde liet mijn westerse bril van mijn hoofd zakken en mijn broek op mijn enkels.  Nooit had ik het zo bekeken en nooit was dat perspectief ooit ter sprake gekomen in de vele sociologische vakken die ik ooit heb genoten.

Blijkbaar was ik erin geslaagd om de medewerkers te schofferen door hen aan te spreken.  Als Hindoe (80% van de bevolking) vertrekken ze van het idee dat de mensen ‘die het beter hebben’ dat de danken hebben aan hun positieve bijdragen aan het vorige en huidige leven.  Zij kijken als het ware op naar de rijkere massa.  Zij zien het als hun missie om goed te zorgen voor diegene hogerop de ladder zodat zij zelf voldoende goedheid tonen om in een volgend leven ook een hogere status te krijgen.  “En jij bent blank”, voegde ze eraan toe.  “Dus jij staat in hun aanzien nog hoger”.   Vanuit dat perspectief verwachtten ze helemaal niet dat je hen aanspreekt en waren ze dus enigszins van hun melk.  Kritisch als ik ben dacht ik bij mezelf, ok, inschattingsfout gemaakt of zou het kunnen dat de rijken uit mijn community dit gewoon aan het goedpraten waren?  

Na een paar dagen maakte ik kennis met een groenteverkoper, op de fiets (jaja, bakken rondom de fiets bevestigd), die zijn producten kwam voorstellen.  De man zag er slordig en niet al te proper uit maar zijn groenten des te beter.  Vermits hij iets te verkopen had diende hij te communiceren, in gebrekkig Engels, en ik zag mijn kans schoon.  Die man ging ik eens subtiel polsen of de uitleg die ik kreeg wel correct bleek.  Door zijn vele contacten met het diverse publiek in ‘communities’, veelal mensen uit verschillende staten (er zijn naast het Engels, 22 erkende landstalen) had hij toch een basiskennis Engels.  Engels wordt dan ook gezien als de overkoepelende omgangstaal.  Een lang maar moeizaam gesprek volgde waarin de man het verhaal bevestigde.  Mijn westerse bril stond scheef.

Om die reden blijkt jaloezie van de armen naar de rijken toe ook zeer weinig voor te komen.  Hun religieus-culturele denkpatroon is hier helemaal niet op gericht.  ‘Hun tijd komt wel’, zo denken ze.  Een levenshouding die we in het westen al lang verloren zijn en waar we bewust pogen een duurdere auto te hebben dan de buren. 

Tegen alle adviezen in ben ik toch koppig blijven volhouden om de mensen die zich in de community over ons moesten ontfermen op een zachte manier toch blijk te geven van mijn appreciatie voor wat ze deden.  De afstand bleef.  Zelfs de handelszaken die ik frequenteer blijven halsstarrig ‘Sir’ tegen me zeggen.  Na talloze pogingen om hen Sam te laten zeggen heb ik dat moeten opgeven.  Wie ben ik om hun cultuur te veranderen.  Toch merk je bij de jeugd een dat er een omslag aankomt, de verwestering doet zijn intrede.  Dat laatste is vooral te danken (of te wijten) aan social media.  

 

India

 

INDIA: DEEL 2

CULTUUR EN RELIGIE

Cultuur en religie zijn, net zoals in het verre verleden in het westen, ook hier de bouwstenen van het sociale weefsel.  Bijna 80% van de populatie is hindoe, een kleine 15% is moslim, 2,5% is christen en dan hebben je nog zeer kleine fracties sikh, boeddhisten, jains en andere religies.

Wat me opviel is dat mensen hier nog wel naar hun tempels en kerken trekken.  Meer nog, sommigen beleven verschillende godsdiensten tegelijk, zeer opmerkelijk.  Vandaag in een Kurta (herenkledij) naar de hindoetempel en morgen in kostuum naar de christelijke kerk.  Een bizar fenomeen zowaar.  Het verklaart ook waarom hindoes niet alleen hun eigen feestdagen uitgebreid vieren maar tevens deze van andere godsdiensten.  Een Indiër feest graag en blijkbaar is elke aanleiding goed.  Alleen met de moslims lijkt het niet overal te boteren.  Daar speelt de geschiedenis een rol in.  Destijds met de scheiding van Pakistan (waar de meerderheid moslim was) ging het vooral over territoriale afspraken die al dan niet werden nageleefd.  Bij de historische verdeling van de noordelijke staten liep het dan ook fout.  Het is vooral in deze regio dat er op het Indische subcontinent nog spanningen bestaan en tot op vandaag rellen uitbreken tussen hindoes en moslims, vaak met dodelijke afloop.  Maar ook dat blijkt afhankelijk van de staat waarin je woont.   Hier in het zuiden leven ze allemaal vredig naast elkaar.  In een straal van een kilometer heb ik hier twee christelijke kerken, een moskee, twee Hindoetempels en een Jaintempel.  Voor ieder wat wils.  

Zelf mag ik dan wel enigszins spiritueel van aard zijn, een religieuze volger ben ik nooit geweest.  Toch is er me hier in India iets duidelijk geworden.  De secularisering in het westen heeft er, volgens mij, voor gezorgd dat onze maatschappij kon evolueren naar individualisme.  Wie kent er al zijn buren nog in het westen?   Ik vermoed dat de reden voor een stuk te vinden is in de beperkte voeling met spiritualiteit.  Hier in India is men nog sterk gebonden aan zijn geloof, waardoor mensen samenkomen, elkaar nog kennen en als je in de shit zit, ze ook nog komen helpen.  Er heerst hier nog een sociale structuur.  Iedereen kent werkelijk iedereen, zo blijkt elke dag weer als je hier rondloopt en met mensen praat.

De woke-beweging in het westen heeft er de laatste jaren op aangestuurd om cultureel-religieuze zaken in vraag te stellen.  Er wordt ons aangepraat dat we vooral niet aan ‘culturele recuperatie’ mogen doen, want dat zou beledigend zijn voor de bevolkingen in kwestie.  Ook daarmee ben ik hier hard op mijn bek gegaan. Tijdens het Ganesh Chaturthi-feest werd ik uitgenodigd door de buren, de rest van de buurt zou ook langskomen.  Cool, maar wat zal ik aantrekken op een hindoefeest waar ik maar een buitenstaander ben.  Ik sprak mijn buur, Parol, hierop aan en vroeg naar zijn advies.  “Heb je een Kurta? Anders leen ik er u eentje”, stelde hij.  Ik vroeg of dat niet raar zou overkomen mocht ik als westerling in een Kurta  rondlopen.  Hij keek me aan of ik van een andere planeet kwam.  “Wat is het probleem?” vroeg hij.  Ik keek een beetje ontzet, waarop hij inpikte en zei “Jij bent nu één van ons én iedereen zal appreciëren dat je onze cultuur omarmt”.  Ik dus naar de Fabindia om een Kurta te kopen.  Op het feest kwam het opnieuw ter sprake en stelde ik dat je in het westen scheef werd bekeken als je nog maar iets van een andere cultuur overnam.  Het kwam erop neer dat ze het compleet belachelijk vonden en vroegen zich af wie dit had bedacht.  Mijn tafelgenoten merkten op dat zij vandaag de dag toch ook broeken en hemden dragen. Dat komt toch ook van het westen, of mogen wij dat dan ook niet meer?  Einde verhaal, voor zover de zever over culturele recuperatie.  

Mijn tafelgenoten waren welstellende oudere Mumbaikars en Delhiites (uitgeweken inwoners van Mumbai en Delhi, zoals ze hier worden genoemd).  Hoogopgeleide en geslaagde burgers die de wereld wel kennen en genieten van hun pensioen.  Ze zijn vaak meer down-to-earth dan je zou verwachten en een plezier om mee te filosoferen.

MAN vs VROUW

Heel vaak kreeg ik de vraag of het wel veilig was voor vrouwen in India.  Het beeld dat wij kennen zijn deze van groepsverkrachtingen en aanvallen op vrouwen.  Men kan niet ontkennen dat het zich voordoet, echter is dat zeker geen dagelijkse kost en volgens mijn aanvoelen niet meer of minder dan in het westen.  Maar zeker weet ik dat niet.  Alleszins is het alweer afhankelijk van de regio.  Vrouwen in ruraal/centraal India leven vaak in sociaal achtergestelde dorpen met een zeer paternalistische cultuur.  Daar speelt nog sterk de hegemonie van het mannelijk geslacht.  Vrouwen die ongesteld zijn worden er zelfs nog voor een week opgesloten in een hok, omdat ze volgens de lokale cultuur als onrein worden beschouwd.  Dit zijn plekken waar westerlingen zelden of nooit komen, dus veel risico om problemen te krijgen zijn er niet. 

De grootsteden zijn hier zo goed als allemaal metropolen.  Net als de zuidelijke staten zijn westerlingen niet vreemd aan het straatbeeld en zijn de mensen veel meer open en westersgezind.  Dat uit zich ook in de omgang met dames.  Mannen die vrouwen lastigvallen durven al eens klop krijgen.  Vrouwen lopen hier ook rond met korte rokjes, uitgesneden topjes en hoge hakken.  Ik moet er wel bij vertellen dat dit nog maar een tiental jaar aan het veranderen is, vooral dankzij de jeugd die zich meer en meer spiegelt aan Bollywood-sterren.  Vooral vrouwelijke artiesten hebben hier een enorme invloed gehad op gendergelijkheid en introduceerden sensualiteit en vrouwelijke eigenwaarde in de maatschappij.  Je merkt echter wel dat de (groot-)ouders vaak nog wat weifelend kijken naar deze evolutie maar het wordt allemaal toegestaan.  Aan een Indiër heb je nu eenmaal niets te zeggen, die doet steeds zijn goesting.

Dat vertaalt zich ook sterk in het bedrijfsleven.  Veel CEO’s zijn vrouwen en met de stijgende middenklasse worden vrouwen ook onafhankelijker.  Ze blijven blijkbaar langer alleen, zeker in de metropolen en het zuiden.  Gearrangeerde huwelijken bestaan nog binnen alle geledingen, hoewel ook dat aan het afkalven is.  De hoger geschoolden en deze uit de betere middenklasse kiezen nu hun eigen pad.  India heeft trouwens een vrouwelijke president, Hon. Ms. Draupadi Murmu!  Maar ja, wij kennen alleen Modi als premier.

HET VERKEER

Chaos, en dat mag je letterlijk nemen.  Uit de overblijfselen van de kolonisatie door het Verenigd Koninkrijk hebben ze het links rijden overgenomen.  En hoewel er blijkbaar verkeersregels bestaan zijn die, en dat geldt voor bijna alles hier, alleen maar terug te vinden op papier.  

De enige regel die zowat in de praktijk wordt toegepast is het links rijden op de baan, en dan nog.  Van zodra ze in het verkeer een gaatje zien, duiken ze er tussen of gaan ze spookrijden.  Langs links of rechts inhalen is normaal.  Vermits ik me initieel niet in het verkeer durfde te begeven boekte ik af en toe een taxi, altijd dezelfde chauffeur.  Ik vroeg hem eens hoe hij het deed om geen ongevallen te krijgen. Iedereen schiet zonder links of rechts kijken de baan op.  Langs alle kanten wordt ingehaald.  Richtingaanwijzers blijken een optie, en stoppen in het midden van de baan doen ze zonder aanwijzing.  Zijn antwoord: “You have to be a spider, use your 8 eyes at the same time”.  Toen ik mijn buurvrouw, Kavita, aansprak over het verkeer gaf ze me aan dat ik me gewoon moest smijten.  Beseffende dat er maar één regel was: “survival of the fittest”. 

Inhalen is hier een echte sport, soms wel met drie naast elkaar op een brede tweevaksbaan, zonder rekening te houden met tegenliggers op het andere rijvak.  Men toetert erop los om aan te geven dat ze een gek maneuver gaan uitvoeren en niemand kijkt ervan op.  De tegenliggers trekken zich gewoon in de kant en laten de racende drie inhalende wagens rustig passeren.  Naast het toeteren signaleren ze ook met de grootlichten, wat wil zeggen ‘ik kom, dus uit de weg’.   Je zou verwachten dat andere bestuurders boos worden.  Niets is minder waar.  Het hoort er gewoon bij.  

Mijn eerste stappen in de wagen waren dan ook met knikkende knietjes.  Algauw werd ik langs alle kanten voorbijgestoken, ik die in België bekend stond om mijn zware voet.   Om enigszins het overzicht en controle te behouden ging ik dan maar fel links rijden.  Zo konden ze me langs daar al niet meer ‘pakken’ en moest ik maar met één zijde meer rekening houden.  

Na een paar weken ging het al wat vlotter in het verkeer.  Ik liet los.  De enige manier om hier te overleven in het verkeer is je mee te laten glijden in de chaos en te slalommen als op een skipiste.   Het besef dat zulke georganiseerde chaos best wel werkt en dat iedereen dezelfde stoten uithaalt, zorgt er blijkbaar voor dat er zelden ongevallen gebeuren.  In de twee jaar dat ik hier ben heb ik er een drietal gezien, louter met blikschade.

Op een dag zat ik op een smalle baan (twee rijstroken) achter een wagen en een truck die bergop niet vooruit ging.  Vermits hier in bochten ook wordt voorbijgestoken (de tegenliggers trekken zich wel weg en als je dit langs beide kanten voor hebt, dan rem je af en voeg je terug in) dacht ik dit ook eens te proberen.  Op het ogenblik dat ik mijn ‘aanval’ inzette begon de wagen voor mij ook voorbij te steken.  Met drie naast elkaar gingen we bergop de bocht in.  Mijn hart sloeg over.  Ik zat letterlijk vast.  Als er nu iemand uit de bocht naar beneden kwam was er geen ontsnappen meer aan.  En het gebeurde.  Ik keek naar de wagen links van me om duidelijk te maken dat ik niet weg kon.  En wat zag ik?  Politie in die wagen.  De flik op de achterbank deed teken dat ik naar links moest komen, hij tikte op de bestuurder zijn schouder en ze trokken zich helemaal in de kant zodat ik opnieuw half achter de truck kon invoegen.  Ze lieten zich uitzakken, gelukkig maar.  Eens de bocht voorbij zag ik een glimlach op het gezicht van de agenten en één ervan  stak de duim op.  We hadden dat toch maar goed opgelost.  En ik die dacht dat ik nu aan de kant mocht om een boete te betalen.  Niets van dat dus.

Toeristen in het verkeer kan je hier makkelijk herkennen.  Huurvoertuigen (meestal scooters) rijden met andere nummerplaten rond.  Als het westerlingen zijn is het per definitie opletten.  Ze hebben totaal geen gevoel om in dit verkeer overeind te blijven, en dat mag je letterlijk nemen.  Rode lichten zijn hier trouwens in vele steden ook een optie.  Als er niets afkomt op de kruisende baan, dan rijd je gewoon door.  Maar terug naar de toeristen.  Ik sta aan te schuiven aan een drukke baan met rood licht aan een zeer druk kruispunt waar steeds politie staat.  De auto voor mij, een ‘local’.  Zie ik in mijn achteruitkijkspiegel enkele scooters laveren om toch maar vooraan te komen in de file (zo ongeduldig Indiërs zijn in het verkeer, zo traag zijn ze in de rest van hun leven).  Op één van die scooters, twee blanken van middelbare leeftijd en de klassieke toeristennummerplaat. In een poging de held uit te hangen volgden ze de zeer bedreven Indische scooters al zigzaggend.  Tot de blanke bestuurder plots besefte dat er flikken stonden en het licht op rood stond.  Hij verschoot zich blijkbaar een bult en knalde met zijn toeristenscooter achteraan in het eerste stilstaande voertuig.  Scooter en gevolg op de grond, vlak voor de voeten van de agenten.  Ik ging ervan uit dat er een oplawaai zou volgen maar niets bleek minder waar.  De flikken stonden ze letterlijk uit te lachen.  De man in het aangereden voertuig stapte niet eens uit.  En dat was het dan.

Voertuigen worden hier afgeleverd door de garage, inclusief verzekering.  De verzekering blijft bij het voertuig, zelfs al verkoop je het.  Een voertuig zonder blutsen en builen is zeldzaam in India.  Er werd me aangeraden te wachten tot er voldoende schade was aan het voertuig om naar een garage te gaan.  Alles wordt dan gratis (de verzekering) uitgeblutst en opnieuw gelakt.  Verzekeringsagenten of experts komen er niet aan te pas.  De garage regelt dat wel met de verzekering. 

Autocontrole bestaat ook niet.  Je rijdt rond zoals je wil.  Al vallen de stukken eraf, geen probleem.  De enige regel is dat een voertuig na 20 jaar van de weg moet, maar ook dat blijkt niet afgedwongen.  Platte banden zijn hier ook legio.  Met bouwafval (inclusief spijkers en nagels) worden putten in de weg tijdelijk opgevuld.  Dat resulteert dus met de regelmaat van de klok (zo om de twee tot drie maanden) tot een platte band.  In de kofferbak steekt nu een automatische pomp die je kan aansluiten op de 12V in de wagen, twee minuten pompen en naar de Bridgestone garage.  Wat er dan gebeurt kan een westerling zich niet voorstellen.  In de EU gaat de band er meestal af en een nieuwe erop (en zelfs twee, want moeten dezelfde zijn op een as).  Hier trekt men door het gat een stevig soort touw met lijm en je kan onmiddellijk opnieuw de baan op.  Dat er vier verschillende banden op het voertuig staan is geen belet.  Vaak hebben banden meerdere van die puncturen. Ik had er in het begin geen vertrouwen in, zou dat touw het wel houden?  Uiteindelijk moeten toegeven dat zulke opgevulde gaten achteraf nooit zijn beginnen ‘lekken’, straf.  Een reparatie kost u welgeteld 1 euro.  

De toestand van de wegen hangt voor een groot stuk af van de regio waarin je jezelf bevindt.  Hier in het zuiden heb je last van een paar maanden onafgebroken moesson (juni tot september).  Water gutst 24/7 uit de lucht, en met bakken.  Baanvakken spoelen letterlijk weg.  Maankraters ontstaan, ook op autostrades.  Dan rondrijden is waanzin, maar je kan vaak niet anders.  Stukken waar je maar 10km/u kan rijden zijn geen uitzondering, zigzaggend tussen de befaamde ‘potholes’.  Eens na vier maanden de moesson voorbij begint men opnieuw asfalt te leggen.  Een ganse verbindingsweg van 2-3 kilometer wordt in één dag heraangelegd.  En ja, deftig gedaan.  Omleidingen bestaan niet.  Je rijdt gewoon door de werken heen.

En een rijbewijs?  Tja, een verhaal apart.  Naar het schijnt rijden er veel rond zonder (maar dan kan je wel eens problemen krijgen met de politie of de verzekering).  Wil je toch een rijbewijs moet je eerst een rijbewijs halen voor scooter en motor (+50 cc).  In de praktijk moet men een paar tiental verkeersborden kennen en rechtdoor kunnen rijden voor een paar honderd meter op een rechte baan en je hebt het.  Nadien kan je voor de wagen gaan.  

Eén keer heb ik, per toevallig, de praktijktest voor de wagen gezien.  Een politieagent neemt naast jou plaats in een verhakkeld stuk metaal met vier wielen.  Eerste opdracht: 30 meter rechtdoor op een zijweg.  Vervolgens diezelfde 30 meter opnieuw achteruit.  Hoe? Maakt niet uit, al moet je 20 keer opnieuw wat naar voren om recht naar achter te kunnen.   Dan de grote baan op, 200 meter rechtdoor, om het ronde punt en terug naar af.  En dat is het.

Heb je een Internationaal rijbewijs, dan geldt dat alleen maar voor de periode dat je hier als toerist verblijft.  Eens woonachtig ben je verplicht om een Indisch rijbewijs te halen.  Dat kan volgens twee wegen.  Je volgt de rijschool procedure of je kiest voor de gekende steekpenningen.  Dan hangt het van de ambtenaar van de bevoegde dienst af of hij je kop kan zien en dan hoef je verder niets te doen.  Je moet dan op zijn minst wel kunnen bewijzen dat je al een rijbewijs hebt.  Hoewel ik me heb laten vertellen dat mensen zonder rijbewijs met de juiste connecties er ook wel komen.

Hoe vertaalt zich het ontbreken van verkeersbeleid in het aantal doden op de weg?  Volgens de overheid (morth.nic.in) sterven er in gans India 150.000 mensen per jaar op de weg.  Je moet hier ook wel meenemen dat trage scooters, tractoren, mensen te paard en zelfs te voet op de autostrades mogen ronddwalen.  Het is meestal die laatste groep die komt te overlijden, en dan vooral ’s nachts op stukken autostrade die niet worden verlicht.  Aanrijdingen met koeien helpen ook niet echt om de cijfers laag te houden.  Ook om mee te nemen: EU telt maar 445 miljoen mensen, India 1,4 miljard, en de oppervlakte van India is 1,2 miljoen vierkante km kleiner dan de EU.  Dus veel en veel drukker, meer voertuigen per vierkante km.  Hier de cijfers:  EU 5 doden/100.000 inwoners, India 16 doden/100.000 inwoners.  India heeft dus 3x meer doden in het verkeer dan de EU, hoewel de infrastructuur totaal niet te vergelijken is.  

Neem in ogenschouw dat 80% van de bevolking in India als Hindoe leeft volgens het principe: ‘als mijn tijd is gekomen, dan is dat zo’, dus we doen maar op.  Ze kijken door een andere bril naar leven en dood.  Zet dit dan af tegen de ‘angstige westerling’ en een westers overheidsapparaat dat miljarden kost om verkeersregels te handhaven via politiediensten, camera’s te plaatsen, snelheidscontroles, alcoholcontroles, administratie, andere controlesystemen, boetes,….Men kan zich dus afvragen, als we de variabelen (infrastructuur, koeien op de baan,…) zouden gelijktrekken tussen de EU en India, hoeveel dat de westerse controle-, angst- en boetesystemen werkelijk opleveren voor het beperken van het aantal slachtoffers op de baan?  Een onderzoek waardig me dunkt.

DE POLITIEK EN DE OVERHEID

India is een Federale Republiek, met een presidente (!!) en een premier die de uithangborden zijn voor het buitenland.  Het subcontinent bestaat uit 28 staten die elk een eigen regering hebben, aangestuurd door een CM (Chief Minister).   De CMs hebben ook een eigen lokale regering en een parlement met MLAs (Members of the Legislative Assembly, zeg maar lokaal parlement) met eigen bevoegdheden die fel overlappen met de federale. Dat op zich leidt vaak tot komische situaties.   Om even terug te keren naar het verkeer, een voorbeeld.  

Op 1 april 2021 werd een nieuwe Federale Verkeerswet op India losgelaten.   Hierin werd o.a. verplicht dat scooter-bestuurders een helm moesten dragen.  Lees dat vorige nog eens!  De bijzitters moeten dus geen helm dragen!!  Ze mochten ook met niet meer dan twee personen op een scooter plaatsnemen (vaak zitten ze er met drie op, en heel soms zelfs met de ganse familie, twee volwassenen en twee kinderen).  Er werd federaal opgeroepen om streng te controleren.  Mijn vriend hier, Ksjitish, zei me: “Dat duurt geen drie weken of niemand volgt die regel nog”.   De man had gelijk.  De eerste week overal politie, iedereen kreeg een waarschuwing.  De tweede week zag je tumult ontstaan bij de controles.  Indiërs luisteren niet naar de overheid en politie krijgt ook weleens klappen, ook al in het echt zien gebeuren.  Arrestaties volgen zelden.  Maar ik wijk af.  Derde week opnieuw met drie op de scooter en de helm aan het stuur.  Bij controles reden ze gewoonweg rond de flikken om, en die maar op hun fluitje blazen.  Vermits hier een massa aan volk passeert op drukke wegen konden de agenten dus niets beginnen.  

Nog een week later las ik in de Times of India dat onze lokale verkeersminister de ‘Commissioner of Police’ bij zich had geroepen.  De transcriptie stond volledig in de krant.  Het kwam erop neer dat de minister stelde dat er veel te veel klachten waren.  Vrouwen met kinderen in verschillende scholen moesten nu drie keer op en neer naar huis om hun kinderen in school te krijgen met de scooter.  Dat kostte hen tijd en veel geld aan naft, dus, geen prioriteit meer aan geven.  Verder liet de minister optekenen dat de temperaturen veel te hoog waren om constant met een helm rond te rijden, dus geen prioriteit meer.  Einde verhaal.  Federale wet opzij geschoven.  Democratie in actie.

Spreken we over wagens, dan is de gordel vooraan verplicht.  En ik weet niet goed waarom, maar de meerderheid draagt hem wel.  Anderzijds zitten de kinderen gewoon vooraan op schoot bij de passagier, zonder gordel aan of liggen ze bij grote wagens gewoon op de hoedenplank te spelen.  Ook een klassiek fenomeen bij dit warme weer: als je een open dak hebt dan steken zowel kinderen als volwassenen er met lijf en leden door.  

Vermits Indiërs niet op hun mond zijn gevallen nemen ze de macht van de politiek niet al te serieus.  Ook privé maak je kennis met Indische directheid.  Vorige week verschenen er nieuwe buren, dus naar daar met een zak chico’s om hen te verwelkomen.  Deur gaat open, even voorstellen en het zakje overhandigen.  Antwoord: “Neen, dank u.  Wij eten dat niet, neem maar terug mee”.  In het westen spelen we dan een rolletje, aanvaarden het en geven het alweer door of het eindigt in de vuilbak.  Zo ook in de politiek, als het de mensen niet aanstaat zullen ze het geweten  hebben.  In het anderhalf jaar dat ik hier nu resideer heeft Premier Modi zich al vier keer publiekelijk verontschuldigd tegenover de bevolking.  Twee keer ging het om landbouwwetgeving, en dat stond de boeren niet aan.  Een week later stonden ze van over gans India met hun rieken voor de Lok Sabha (het parlement) in Delhi.  Modi kwam op het balkon om zich te excuseren en publiek te melden dat hij een foutieve inschatting had gemaakt.  Einde wetgeving.  Is het democratie, cultuur en/of een religieus fenomeen.  Dat is me niet volledig duidelijk.  Het zorgt er alleszins voor dat burgers nog een stem blijken te hebben die weegt.

Onderling is het politieke establishment en de overheid best wel corrupt, naar wat ik hier verneem.  Congress (destijds door de Ghandi’s opgericht) wordt al jaren politiek onderuit gehaald.  De BJP van Modi (Hindoepartij) is al sinds enkele jaren aan zulke sterke opmars bezig dat ze erin slagen om Congress-leden, en leden van allerlei lokale partijen, op te nemen in de eigen rangen met allerlei beloftes.   Meer nog, voor aanvang van verkiezingen kopen ze gewoon MLAs (lokaal) of Federale parlementsleden over van andere partijen om zelf aan meer zetels te komen.  Mindere politieke goden veranderen van partij afhankelijk van het hoogste bod.  Dat komt allemaal in de media maar de Indiër in de straat zal het worst wezen, ze hebben totaal geen uitstaan met politiek.  Of dit gezond is laat ik hier nu in het midden.  Zolang de bevolking libertair blijft hoeven ze hiervan niets te vrezen. 

Anderzijds maakt de bevolking wel gretig gebruik van die corruptie door hun eigen MLA’s te manipuleren of beter nog, steekpenningen te geven.  Het is niet zo moeilijk te achterhalen wie er niet zuiver op de graad is.  Hier bestaat een verkiezingswetgeving die verplicht aan kranten om bekend te maken wie er opkomt en voor wat ze allemaal reeds veroordelingen hebben opgelopen.  Dat is hallucinant als je dat voor de eerste keer leest.  De helft van de kandidaten hebben dus veroordelingen op hun conto.  Sommigen zijn ronduit criminelen. Open en bloot een ganse pagina met alle politieke kandidaten, veroordelingen en ook verplicht, de reden waarom ze toch steun krijgen vanuit de politiek.   In die kolom lees je alleen maar hoe goed ze wel zijn geweest voor hun achterban in hun kiesdistrict.  Beetje Spinal Tap. 

Het mag dan ook niet verbazen dat hier veel wordt ‘geregeld’ en als je het spel niet meespeelt sta je aan de kant.  Al mijn documenten werden pas afgeleverd nadat ik geld op tafel bracht.  Het wordt door ambtenaren gewoon gevraagd, het is hier de normaalste zaak van de wereld.  Wil je dat jouw dossier verder raakt, dokken.  Wij noemen dit in het westen corruptie, maar alweer moet je dit bekijken van hun perspectief.  Het is zo doordrongen in de Indische cultuur en wordt beschouwd als de normaalste zaak van de wereld.  Reden hiervoor, zo werd me al meermaals verteld, ligt bij de zeer lage verloning van alle ambtenaren.  Dat is om te huilen.  Een agent (en dan nog afhankelijk van de staat) verdient in de rijkere gebieden tussen de 150 tot 300 euro per maand, afhankelijk van de graad.  Topgraden zitten wat hoger.  De enige reden om voor zulke job te kiezen is omdat je dan later pensioen hebt.  Voor de gewone werkmens bestaat het pensioen niet.  Ambtenaren worden dus zeer slecht betaald en het wordt hier als normaal beschouwd dat je vanuit het publiek hun loon aanvult door iets te geven omdat ze bijdragen aan de evolutie van de gemeenschap en het land.   Premier Modi verdient blijkbaar rond 4.000 euro netto/maand, hierin zit zijn loon als parlementslid, als premier, dagvergoeding en nog wat extralegale voordelen.  Vermoedelijk zal er nog wel wat via allerlei laterale kanalen binnenkomen, maar dan nog.  Voor de verantwoordelijkheid van 1,4 miljard mensen is dat toch geen vetpot.  ‘Bribes’ voor ambtenaren wordt beschouwd als verloning,  een eeuwenoude cultuur die je er zo maar niet zal uitkrijgen.

De werkcultuur bij de overheid is natuurlijk navenant.  Alles gaat traag, ongelooflijk veel bureaucratie.  Als je één document in orde wil brengen neem je best een dag verlof.  Als je denkt alles verzameld te hebben wat wettelijk nodig is, dan nog sturen ze je wandelen van de ene dienst naar de andere om nog wat extra stempels en documenten te verzamelen.  Gelukkig gebeurt dat niet al te veel dat je die diensten moet bezoeken.

Maar er is ook goed nieuws, de keerzijde van dit alles!  Facturen zoals in het westen kennen ze hier zo goed als niet.  Mensen hebben hier doorgaans niet eens een postbus, ik ook niet.  Er komt zelden iets toe.  BTW bestaat nog maar sinds 2017 op goederen en diensten.  Andere soorten belastingen zijn meestal beperkt tot wat de lokale overheid wil innen, zoals bij de aankoop van een woning of een voertuig.  Dat zijn eenmalige taksen, maar zoiets als kadastraal inkomen bestaat hier allemaal niet.  Verzekeringen zijn hier ook niet verplicht, zelfs niet op een gebouw.  Ik ken niemand die voor zijn woning een verzekering heeft.  Alles wordt in beton gebouwd, dus met een brand staat alles nog recht.  Dat is zowat het uitgangspunt.  De post bestaat hier dus wel, maar zie die man twee keer per jaar.  Eén keer om mijn nieuwe bankdocumenten af te leveren en één keer voor mijn ziekteverzekering (privé).   Voor de rest, nul belastingaanslagen.  De stress om de brievenbus te ledigen en alweer een handvol facturen te vinden bestaat hier niet.  Arbeid wordt wel belast en dat systeem steekt behoorlijk goed in elkaar.  Een systeem waarbij de rijken op de hoogste schijven ook het meest betalen.  De lagere kasten hebben vaak een officieel en een officieus loon.  Hoe armer, hoe zwarter het geld.  Er wordt geschat dat meer dan de helft van de economie draait op zwart geld, daar kom ik later nog op terug.

Er worden wel accijnzen geheven op brandstof (voertuigen).  Een paar maanden geleden ging de internationale olieprijs de hoogte in.  Toen verlaagde de federale overheid de accijnzen zodat de burger er niet moest voor opdraaien en de omzet constant kon blijven, zowat de omgekeerde redenering van het westen.  Zo zijn er nog tal van voorbeelden, die komen in een volgende blog aan bod.

 
Puducherry-Police-Constable-Exam-featured-image.jpg

INDIA: DEEL 3 - HET SOCIALE LEVEN EN ECONOMIE

DE SOCIALE CONTEXT

India is een sterk op zichzelf gerichte natie.  Het lijkt erop dat ze hier nog steeds niet vergeten zijn hoe ze tot 1950 werden gekoloniseerd door de Britten.  De daaruit volgende bevolkingsuitwisseling met Pakistan (hindoes richting India en moslims richting Pakistan) zorgde jaren later nog tot een instabiliteit die, in de noordelijke staten, tot op vandaag aanwezig is.  Toch heeft India aan zijn koloniale verleden wel wat diversiteit overgehouden.

Wat weinigen weten is dat hun onafhankelijkheid sinds 1950 niet volledig was.  Tot 1954 (staatsrechtelijk tot 1962) had Frankrijk een dikke vinger in de pap te brokken aan de zuidoostelijke kuststreek rond Pondicherry (nu Puducherry), na de eerste invasie in de 17de eeuw.  Eeuwen aan Franse invloed (en zelfs kort de Nederlanders) is nog steeds te merken in het straatbeeld.  Woningen zijn vaak nog te herkennen aan westerse bouwstijlen.  Velen zijn er ook christen geworden onder invloed van de missionarissen.  Westerlingen zijn ze in deze streek dus wel gewoon, meer nog, interraciale huwelijken zijn er geen uitzondering.  Dat laatste blijft, omwille van de tradities, toch nog steeds gevoelig liggen in sommige staten.  Mocht u ooit op bezoek gaan in Pondy (zoals de ‘locals’ het noemen) dan zal je ongetwijfeld kennis maken met hun politie-eenheden.  U kent ongetwijfeld de Franse kepie, gepopulariseerd door de films met Louis de Funès, die nog steeds gedragen wordt door de politiediensten aldaar.  Ook de Franse taal wordt hier en daar nog gesproken, hoewel Tamil en Engels het zowat hebben overgenomen in de laatste decennia. 

Kruisen we India vanuit het Oostelijke gelegen Pondy naar de westkust, dan botst men daar op de kleinste staat van India, Goa.  Goa was van begin 16de eeuw tot in 1961 onderdeel van Portugal.  Waar Pondy dankzij een referendum uiteindelijk opnieuw in Indische handen kwam, liep dat iets minder vlot in Goa.  Sinds 1928 waren er spanningen tussen de Portugese overheid, zijn gouverneurs en de lokale bevolking.  In 1961 kwam het tot het een uitbraak, waarbij Goaanse onafhankelijkheidsstrijders de aanzet gaven om een oorlog te beginnen.  De strijders hadden de Indische regering voor de kar weten te spannen.  Een korte tweedaagse strijd ontspon zich.  Weliswaar een ongelijke strijd tussen de gestationeerde 3.500 Portugese militairen en een contingent van 45.000 Indische soldaten.  De Indische aanval werd ingezet ter land, ter zee en in de lucht.   De lokale Portugese overheid capituleerde snel.  De onafhankelijkheid werd schoorvoetend toegekend door Portugal.  

In de jaren ’60 en ’70 was deze staat nog zo goed als ongerept.  Weinig inwoners en toerisme was zeer beperkt.  Hierin kwam verandering toen de ‘hippie-beweging’ het paradijselijk aandoende staatje ontdekte.   Toen nog blauwe zee en zandstranden en een overvloed aan wietplantages bracht hordes vrijbuiters naar dit deel van India.  Tot op vandaag zie je nog enkele van die oude hippies rondlopen die nooit meer zijn vertrokken, de meesten verblijven er blijkbaar illegaal.  

Goa is vandaag de rijkste staat van India, met de hoogste inkomensgraad.  Alles wat naam en faam heeft in India (Bollywood-sterren, zangers, magnaten,…) hebben wel een buitenverblijf in Goa.  Alle grote en chique hotelketens zijn er present aan de kustlijnen van de Arabische Zee.  Het is ook binnen India een toeristische bestemming zonder weerga.  Om u een idee te geven, de woningprijzen overstijgen zelfs de westerse.  Dit is deels te wijten aan de pandemie, waardoor de rijkere klasse niet meer overzees kon reizen en buitenverblijven plots een goed idee leken.   Door de historisch goede banden tussen India en de voormalige Sovjetrepublieken komt een groot deel toeristen uit deze contreien.  De ‘rijke Russen’ kopen er blijkbaar ook veel vastgoed op.  Verder zijn het vooral Duitsers, Britten, Scandinaviërs en Israëli die er de dienst uitmaken aan de kustlijnen.  Stranden worden slecht onderhouden en de Arabische Zee is één van de meest vervuilde zeeën ter wereld.  De Indische, Pakistaanse en Iraanse kusten, aangevuld met de Arabische peninsula en de Golven van Oman en Aden dumpen samen zo een 8000 ton afval per dag in de zee.  Vele vissoorten mijden de zee als de pest.  Voertaal in Goa is voornamelijk Engels gevolgd door Hindi en de inheemse taal Konkani (mengelmoes van Hindi, Portugees en Maylayam).  

Goa trekt veel westerlingen aan omwille van de hogere levensstandaard en de westerse feel die mede te danken is aan zowel de culturele openheid van de lokale bevolking, als door de Portugese architectuur die nog overal aanwezig is.  Met de Portugese taal kan je nog in aanraking komen in de hoofdstad Panaji (Panjim), gelegen aan de Mandovi-rivier, vooral rond de wijken van Fontainhas.  Naamplaatjes en straatnamen zijn nog stille getuigen van de oude Portugese cultuur. Het is één van de drie staten waar gokken officieel is toegestaan.  Er liggen dus een vijftal verbeurd verklaarde cruiseschepen op de Mandovi-rivier die werden omgebouwd tot casino.  Van over gans India zakt men dan ook af naar deze plaatsen voor drank, vertier en spelletjes.

U zal al gemerkt hebben dat ik af en toe een stadsnaam vernoem waarbij een tweede naam tussen haakjes staat.  Daar is een goede reden voor.  Sinds de onafhankelijkheid hebben opeenvolgende regeringen naamswijzigingen doorgevoerd van steden en gebieden.  Dit in een poging om met hun recente koloniale verleden komaf te maken.  De Indiërs zelf kiezen nog heel vaak voor de oude benamingen.  Als westerling raak je zo wel het noorden kwijt in officiële communicaties die vaak namen aanhalen die geen kat gebruikt. Zowel de autochtonen als de allochtonen gebruiken hier nog steeds de oude namen.  Iemand uit Mumbai zal vaak aangeven dat hij van Bombay afkomstig is.  In Kolkata spreekt men nog vaak over Calcutta, Bangalore werd verbasterd tot Bengaluru, Madras (jaja, van de curry) werd in 1996 omgetoverd tot Chennai.  Mysore werd al in de jaren ’70 gewijzigd naar Karnataka en toch spreken ze zelf nog van Mysore.  Enfin, de lijst is lang en dat gaat hier nog jaren kosten voor mijn kat hier zijn jongen in zal vinden.

Net zoals zijn inwoners is India een zeer complex land waarbij zoveel socio-culturele invloeden meespelen dat je moeilijk een sociale context kan beschrijven.  Zoals eerder al aangegeven is elke staat anders.  Hierbij zijn centraal gelegen staten vaak achtergesteld, is het analfabetisme er zeer groot en worden nog zeer oude tradities in stand gehouden.  De kuststreken en metropolen, en vooral in de zuidelijke staten, neigen sterk naar openheid, westers aanvoelend, en zeer tolerant.

De tolerantie die ik dagelijks merk is geworteld in een groot gevoel van je m’en foutisme onder de bevolking.  Ik zie hier ’s ochtends vrouwen in pyjama de straat op trekken richting winkel.  Mannen in vrouwenkleren zijn niet vreemd aan de omgeving (en neen, dat heeft niets met woke te maken hier.  Is een cultureel gegeven dat al duizenden jaren bestaat.  Deze mensen worden aanzien als ‘geluksbrengers’).  Ze dragen kleurencombinaties waar je ogen van open spatten.  De sjofele look is ook gangbaar.  Daarnaast heb je halve yuppies en opgedirkte dames die schril afsteken tegen de rest...alles kan, niets moet.  Wat wij als ‘belachelijk’ zouden bestempelen, kijken ze hier niet van op. 

Ook het lichaamsbeeld heeft hier een andere connotatie dan in het westen.  Als een westerling een buikje heeft of wat vetrolletjes, dan wordt alles uit de kast gehaald om dat te verhullen.  Er heerst wat schaamte bij veel westerse mensen omdat ze niet aan het zogenaamde ideaalbeeld voldoen.  Indiërs kennen het woord schaamte niet, althans niet op de wijze waarop westerlingen dat interpreteren.  Dames gehuld in traditionele klederdracht (saree) hebben nu eenmaal een blote buikopening, wat er ook aanwezig is wordt gewoon getoond.  Bij mannen is dat niet anders, wat er hangt en bengelt steken ze hoegenaamd niet weg.  Body shaming lijkt, voor zover ik kan inschatten, onbestaand.

Over de saree gesproken, deze wordt door de midden-en hogere klasse nog weinig gedragen.  Bij de lagere kaste is het nog steevast in gebruik en blijkbaar niet zonder reden.  Ze houden, bizar genoeg, zelf deze traditie in stand.  Voor hen is het een culturele weerspiegeling van de gemeenschap waar ze van afstammen.  Hogere kasten dragen de traditionele kledij nog wel op officiële gelegenheden.  Het kastensysteem komt voor uit de historische hidoe geschriften.  Er zijn vier 'erkende' niveau's: Bhramins, de hoogste kaste en afstammelingen van priesters en geleerden.  Kshatriyas is de tweede kaste en refereert naar soldaten en ambtenaren.  De derde kaste, Vaishya, zijn de boeren en handelaars.  De vierde kaste heet Shudras en zijn van oorsprong de handwerkers en huispersoneel.  Er wordt nog een vijfde kaste benoemd, die origineel niet in hindoe geschriften voorkwam en dat zijn de Dalits, mensen die binnen de overlevering nooit aanspraak konden maken op enig werk.  Deze laatste zijn vandaag de dag nog steeds de armste der armen.  Hoewel er Dalit zijn die zich hebben opgewerkt via sociale mobiliteit (zelfs de vorige president) is de kans zeer klein dat ze kansen krijgen in het leven.  Dit is stilaan aan het veranderen, sommige Dalit halen door goede prestaties in het onderwijs toch beurzen binnen.  Echter zijn er nog regio's in India die een Dalit met een universitair diploma nooit zullen aannemen of mogelijks een zwaar ondergeschikte job aanbieden.  In de metropolen is deze discriminatie veel minder merkbaar.  Het verklaart ook, ten dele, waarom de vierde klasse van 'servants' zichzelf in stand houdt.  Ze beschermen ook hun kaste van Dalits die mogelijks op hun plaatsje azen bij één van de hogere kasten.  Het kastensysteem bestaat dus al eeuwen en wordt doorgegeven via de kinderen.  

In India is het ook vanzelfsprekend dat je ‘servants’ in huis hebt.  De meeste woningen en appartementen zijn zo gebouwd dat er aan de buitenzijde een bijgebouwtje wordt voorzien voor de huishoudhulpen waar ze in, op wat lijkt als een studentenkamer, alle basisbenodigdheden hebben en hier ook werkelijk wonen.  Ze maken dus deel uit van het gezin, maar toch ook weer niet.  Eén van mijn kennissen hier is Kamal, een welbereisd man die al 40 jaar een koppel als hulp in huis heeft.  De man van dit koppel is chauffeur, tuinier, dogwalker en klusjesman van dienst, zijn vrouw zorgt voor poets-en kookdiensten.  Het koppel volgt Kamal al 40 jaar, waar hij ook gaat wonen.  Ze genieten van de luxe van zijn levensstijl maar staan er na 40 jaar toch nog met een voet buiten.  De band die Kamal met hen heeft is zeer amicaal, toch wordt hij nog steeds aangesproken met Sir en zijn vrouw met Ma’aam, net zoals alle gasten die over de vloer komen.  Hoe dan ook, er blijft steeds een afstand tussen beide koppels, steeds met respect voor elkaar.  We kunnen het ons in het westen niet echt goed voorstellen.  

Veel mensen uit centraal India gaan op zoek naar welstellende families waarvoor ze kunnen werken.  Ze worden meestal niet riant betaald, maar toch voldoende om nog geld op te sturen naar de achtergebleven familie en ze krijgen kost en inwoon.  Hoewel India een paar honderd miljoen gezinnen kent met huishoudpersoneel is er niemand wettelijk ingeschreven.  Er bestaan geen regels voor en alles gebeurt in het zwart.  Hoewel ik zelf alles behalve rijk ben, en nog steeds op mijn spaarcenten overleef, heb ik wel de luxe om me hier tussen de middenklasse te bewegen.  Ik heb nu in twee ‘communities’ geleefd en ben nog altijd de enige die geen personeel in dienst heeft.  Het is hier echt ‘standard-practice’.  Niet iedereen heeft 24/7 personeel in huis, maar toch op zijn minst een kok en/of huishoudhulp die elke dag langskomt.  Zelfs dat heb ik niet en ze weten dat hier niet goed te plaatsen.  Als je dus in een wijk rondloopt en ziet dames in een saree, dan heb je dus heel veel kans een ‘servant’ te treffen

Wat ook opvalt is dat ‘servant’ families van generatie op generatie verder lopen.  Het is een traditie en ze zijn er trots op, althans zo blijkt.  Ze zien het als een eerbaar beroep dat hen toelaat te bewegen in voor hen, hogere kringen.  Dat ze trots zijn heb ik persoonlijk mogen vaststellen.  Toen er buffetoverschot was op een feestje en dit werd uitgedeeld onder de genodigden, bood ik ook een portie aan de aanwezige ‘servant’.  Dat bleek geen goede zet.  Ze zien het als een affront als je hen eten aanbiedt.  Zij werken voor hun centen en kopen zelf wel hun eten.  Eten geven doe je aan de straatarme mensen, niet aan hen die een job hebben.  Als het wordt gedeeld onder dezelfde kaste is er dus geen probleem.  Het is dan ook op eieren lopen als nieuwkomer.  Niet elke ‘baas’ is dezelfde natuurlijk en ik ken gelukkig alleen maar fijne mensen met geweldig fijne servants, echter is misbruik van personeel niet onbestaande.  Vrouwen worden al eens zwanger van hun ‘baas’ en worden vervolgens verstoten door de baas en door hun eigen familie.  Als servant wordt er namelijk verwacht sterke grenzen te trekken.  Je zal dus ook nooit echt vrienden mogen of kunnen worden.  Als ik naar Kamal kijk en zijn omgang met zijn servants, zelfs na 40 jaar dienst, zie ik nauwelijks nog een onpersoonlijke lijn tussen beide partijen, en toch moet die er nog ergens zijn.  Op dat vlak blijft India verbazen, een land van contrasten op vele vlakken.

Eén ding hebben de meeste inwoners van India wel gemeen, en dat is de Aadhaar-kaart.  In het westen vaak benaderd als het uitgelezen controlesysteem, mede opgezet destijds door mijnheer ‘ik ben baas van de wereld’ Bill Gates.  Tot op vandaag hebben Indiërs geen identiteitskaart en zijn er heel veel mensen die niet weten wanneer ze geboren zijn of geen achternaam hebben.  Woon je in centraal India is de kans zeer groot dat jouw huis niet is geregistreerd, dus geen adres.  Kortom, de overheid had totaal geen zicht wie er op zijn grondgebied vertoefde.  Anderzijds waren het vooral de rijkere kasten die zich op de één of andere wijze wel konden identificeren (via doopcertificaten, ziekenhuisregisters,…).  Deze laatsten hadden dan ook makkelijker toegang tot overheidsdiensten, leningen, banken en abonnementen allerhande.  

Om iedereen toegang te verlenen tot overheidsdiensten en allerhande praktische zaken te regelen diende er een soort ‘identificatie’ worden voorzien.  De Aadhaar-kaart is dan ook geen bewijs van identiteit, wel een bewijs van woonst.  Omdat ongeveer 37% van de bevolking analfabeet is krijgen deze mensen toch een mogelijkheid deel te nemen aan de maatschappij dankzij deze registratie.  

Ambtenaren trokken met ganse hordes van noord naar zuid en van oost naar west om iedereen die dit wenste, te registreren.  Registratie bestaat uit het nemen van een irisscan en vingerafdrukken.  Hieraan wordt dan een uniek 12-cijferig nummer toegekend, gekoppeld aan jouw naam en adres (of plaatsbeschrijving).  De invoering ervan heeft destijds zowel in binnen- als buitenland voor beroering gezorgd.  Tot op vandaag blijkt dat onterecht.  Het is nog steeds NIET VERPLICHT om er één te hebben.  Meer nog, de Supreme Court heeft in het laatste decennium verschillende uitspraken gedaan en beslist dat het een vrije keuze moet blijven.  De overheid kan het nooit gebruiken voor privacy gevoelige data.  En als je er even over nadenkt kan het ook niet werken.  Zelf heb ik nu ook zo een kaart.  Er zit geen chip in om te beginnen.  Het is een langwerpig stuk karton met de gegevens op.  Tot dit jaar werd er geen enkel ander instrument aan de kaart gekoppeld.  Nu zou het voor het eerst worden gelinkt aan de PAN-kaart.  Een kaart die je nodig hebt om te kunnen werken en loon te ontvangen.  Die ganse procedure loopt nog steeds op papier.  Ze lopen hier dus lichtjaren achter op het westen met dit soort systemen.  Het enige waar Aadhaar echt zinvol voor is, dat is voor het openen van een telefoonabonnement of een bankrekening.  Hoewel het wettelijk niet nodig is vragen deze dienstverleners er wel naar en als je het niet hebt staat je een bak papierwerk te wachten. 

Je mag ook niet vergeten dat India 1,4 miljard mensen telt.  Zelfs al digitaliseer je hier alles, dan heb je zo een massa aan data per dag dat geen server of dienst dit nog kan trekken.  

ECONOMIE

Zo loopt het ook in de economie, één groot contrast.  Volgens schattingen draait 30% tot 50% van de economie hier op zwart geld.  Het is alleen de midden-en rijkere klasse die officieel een betrekking heeft en/of een bedrijf opstart.  Die werken ook op zijn Belgisch, zoveel mogelijk in het zwart en via allerlei achterpoorten geld van links naar rechts bewegen.  

De minister van Financiën, een dame, heeft vorig jaar in de nationale media al laten weten dat ze ook een CBDC zullen invoeren zoals het westen, omdat ze niet anders kunnen om wereldhandel te kunnen blijven drijven.  Onmiddellijk werd er een wet aan gekoppeld die garandeert dat cash geld nooit mag verdwijnen.  Ze weten wel waarom, met een economie die voor de helft op zwart geld draait en ongeveer 10 triljoen dollar aan verborgen gelden op buitenlandse rekeningen schieten ze in hun eigen poot.  Eens er een CBDC komt zou zwart geld niet meer kunnen worden gebruikt door de bezitters, dat zou het einde betekenen van India.

De economische groei wordt geschat op 7-8% per jaar.  Dat is waanzinnig veel.  Dit is ook de angst in de ogen van het westen.  Aziatische (arme) landen hebben sinds 2020 voor het eerst de USA ingehaald in relatie tot  het BBP.  India is dus in staat te voorzien in eigen behoeften, wat hen zeer onafhankelijk maakt van de wereldmarkt.  25% van de benodigde oliebehoefte komt uit eigen zee en kan opgedreven worden indien nodig.  Ze hebben het westen niet nodig en voeren met plezier uit.

India telt vijf klimaatzones, de zuidelijke staten zijn allemaal (sub-)tropische moesson gebieden.  In het hoge noorden heb je de koudste zone (o.a. Himalaya). Diverse zones zorgen ervoor dat ze hier zowat alles kunnen telen.  Voor 2,5 kilo groenten en fruit betaal je een euro.  Vele essentiële voedingsproducten groeien hier in de natuur.  Mensen zonder inkomen plukken letterlijk fruit van de bomen.  India heeft eigen grondstoffen die leiden tot veel productie, vorige maand werd hier nog een grote erts en lithiummijn ontdekt.  Groot nieuws, want ze kunnen nu zelf hun halfgeleiders (microchips) gaan maken.  China niet meer nodig en uitvoer naar het buitenland gegarandeerd.

Zowat alles wordt hier lokaal gemaakt.  LG en Siemens hebben eigen fabrieken.  Net zoals Ariston, Daikin en vele andere internationale topmerken.   De prijzen van ‘witte goederen’ is dan ook een pak lager dan in het westen en de kwaliteit op zijn minst even goed.  

India heeft zijn eigen automerken, die allen kunnen wedijveren met westerse modellen.  De nieuwe Mahindra Scorpio scoort zelfs beter in crashtests dan de laatste Volvo.  De grootste lokale merken zijn Tata Motors, Mahindra, Maruti (deels in handen van Suzuki), Ashok Leyland, Eicher, Force, Hindustan Motors, en zo zijn er nog wel een aantal kleinere.  Ook wat scooters betreft hebben ze hier geen buitenlands merk nodig, hoewel zelfs Vespa verkrijgbaar is.   Komt nog bij dat zowat alle westerse producenten hier in de laatste jaren hun eigen fabrieken hebben gebouwd.  BMW/Mini, Citroën, Jeep, Honda, MG, Hyundai en Kia (deze laatste twee hebben het grootste markaandeel), Datsun (jaja, bestaat hier nog), Renault, en de VW-groep.  De westerse wagens zijn wel vaak duurder dan in de landen van herkomst.  Ze mikken met het westerse segment op de welstellende bevolking en die blijken het geld ervoor over te hebben.  Ook zijn de elektrische voertuigen in volle opmars.  Dat heeft niets te maken met het ecologische bewustzijn van de Indiër, dan wel met de extreem goedkope elektriciteit in sommige staten.  Zelf betaal ik per maand ongeveer 15 euro.  Wetende dat ik best wel wat electronica en airco’s heb hangen die behoorlijk veel draaien is dat natuurlijk een peulschil.  De brandstofprijzen schommelen rond 1,1 euro/liter, wat ontzettend duur is naar Indische normen en voor vele gezinnen ook de grootste kost is, naast de huur.  Het verklaart dus de transitie naar elektrisch rijden.

Voor de meesten zijn wagens niet bereikbaar.  Met een gemiddeld loon in India van 21.000 roepie (236 euro) spring je niet zo ver.  Het gemiddelde zegt natuurlijk niet veel.  Kijk je naar de mediaan kom je ongeveer op 30.000 roepie uit, dat is echter nog niet wereldschokkend.  Artsen verdienen hier gemiddeld een 600 euro per maand en zijn zeker niet bij de best betaalde beroepen.  Je hebt hier nog wel aanzien met een titel als Dr. voor je naam, dat uit zich alleen niet zo vaak in rijkdom.  Aan universiteiten liggen de lonen zelfs vaak nog lager.  Advocaten verdienen dan meestal wel zeer goed, die pluimen zonder schroom hun klanten en werken evenzeer in het zwart.  Rechtszaken aanspannen is een sport in India, nadeel is hierdoor dat je vaak tot 20 jaar moet wachten op een uitspraak.  Een spelletje dat vooral wordt gespeeld door de rijken onder elkaar.

Universiteiten zijn er in overvloed, volgens verschillende bronnen 1100 in totaal (hoewel Statista spreekt van 5.000 universiteiten, maar dat lijkt me enorm veel).  Wereldwijd spreken we over 23.000 universiteiten.  Er zijn hier echt minderwaardige instituten, vooral in rurale gebieden.  Anderzijds wel een groot aantal die in de TOP 500 van de wereld staan, net als vele westerse universiteiten.  IIS, Indian Institute of Technology, en er zijn er zo wel enkele: Bombay, Delhi, Madras, Kanpur, Kharagpur, zijn allemaal terug te vinden in de TOP 300 van de wereld.  De International Business School staat met zijn MBA opleiding zelfs in de TOP 40 van de wereld.  Je merkt alleen al in de deze lijst dat technologie hier een ontzettende industrie is geworden.  Afstuderen en onmiddellijk garantie op (goed betaald) werk.  Mensen in deze sector zitten na 20 jaar aan een loon van 5.000 euro (!!)/maand bruto, wat naar Indische maatstaven zeer veel is.

Het loon wordt voor een groot stuk bepaald door het fenomeen van jobhoppen.  In het westen wordt zulke CV onvermijdelijk richting prullenbak verwezen, hier in India is het de spil van het HR beleid.  Een werknemer blijft ongeveer iets meer dan een jaar in dienst en van zodra er zich een beter betaalde job aandient zijn ze weg.  Door het constant jobhoppen drijven ze hier de lonen op en moeten bedrijven meer betalen of ze riskeren een ‘brain drain’, zowel in binnenland als naar het buitenland.  India heeft de laatste 20 jaar heel veel hoger opgeleiden zien vertrekken naar de Arabische schiereilanden tot zelfs de US en Canada.  Ze hebben die regio’s mee op de IT-kaart gezet en werden er goed voor beloond.  Rond hun 45ste komen ze dan terug naar India om te rentenieren.  De overheid moest dus wel ingrijpen.  Sinds een decennium mag de tech sector in India rekenen op veel ondersteuning.  Zowel vanuit publieke als private fondsen wordt er massaal geïnvesteerd in startups, ze zijn werkelijk niet te tellen.  

Die startups bevinden zich vaak in het veld van de AI en gezondheid en allemaal willen ze (officieel) bijdragen aan een betere volksgezondheid (apps voor diabetici, hartpatiënten, obesitas,..).  Het gaat hem louter om de centjes natuurlijk want die apps zijn nooit in staat om een zinnig programma voor te stellen op individueel niveau.  Vele apps overleven de marktwerking ook niet.   Daarop hebben de jonge ondernemers iets gevonden.  Ze beginnen hun startup, werken zich twee jaar te pletter en als ze in die twee jaar wat groei zien dan pogen ze snel te verkopen aan een grotere speler.  Dat laatste lukt blijkbaar vlot.  Nadien storten de meeste van die apps dan toch nog in.  Zo heb je hier mensen die de ene startup na de andere beginnen om snel aan de kassa te kunnen passeren.   Dat fenomeen zal zich ook nog wel wreken, maar zolang die grote groei in de markt aanwezig blijft wordt er op ingezet.  Spijtig genoeg ken ik niets van die IT-sector….het had handig geweest .

Door deze tech-gerichte investeringen van de overheid loopt India ook op vele vlakken voor op het westen.  Dat is één van de grootste contrasten in dit land, arm….maar alles draait rond technologie.  Er is geen mens die geen GSM heeft, althans, ik ben ze nog niet tegengekomen.  Alle lagen van de bevolking bestellen zowat alles via het internet.  Amazon is daarbij de grootste speler en sponsort hier zowat alle evenementen.  Iedereen betaalt alles via QR-codes (Apple en Google Pay).  Geen mens stelt zich hier vragen bij hun ‘databeheer’, ze zijn er helemaal niet mee bezig.  Zolang het geen invloed heeft op hun vrijheid van leven zal dat ook niet veranderen.  Als je er even over nadenkt: tientallen van deze data-acties per capita per dag op 1,4 miljard mensen?  Wie kan nog iets maken van al die data, al zeker niet op persoonsniveau en met een overheid waar weinig is geregeld.  Het contrast tussen de privé en publieke technologie is ook waanzinnig.  Bezoek maar eens aan site van de overheid en je zal merken dat dit zowat allemaal Word-Press sites zijn.  Triestig niveau en helft van de tijd werken ze niet.  

De economie wordt ook aangezwengeld door het hoge werkritme.  Hoewel er arbeidswetgeving bestaat wordt die constant met voeten getreden. Van arbeidsveiligheid is nauwelijks sprake.  Als er een werkongeval gebeurt staat de werknemer er vaak alleen voor.  De autoindustrie telt 37 miljoen werknemers.  In 2020 alleen vielen er daar 1050 dodelijke slachtoffers uit 3882 geregistreerde werkongevallen.  Volgens het rapport 'Crushed' van de Safe in India Foundation is dat nog een zware onderraportering.  Werknemers in de horeca of aanneming, huispersoneel, koerierdiensten…zeg maar toeleveranciers van goederen en diensten werken vaak tot 10 uur per dag, inclusief zaterdag en zelfs zondagen.  Een gemiddelde werkweek telt zes dagen en het is meestal niet zondag dat je krijgt als ‘day-off’.  In het weekend is het een waanzinnige drukte en alles is open.  Vele ketens zijn elke dag open, sommige zelfs 24/7.  Mijn apotheek is dag en nacht open, ook op zon- en feestdagen.

Van arm tot rijk, zowat iedereen bestelt hier om de paar dagen eten via Swiggy of Zomato.  Twee zeer populaire apps waar zowat alle restaurants en straatventers op aangesloten zijn.  Tijdens de pandemie hebben thuisleveringen een waanzinnige boost gekend en de gemakzucht heeft nadien overgenomen bij de kopers.  Eten bestellen, halfuur later een scooter aan de deur met je warme voeding.  Enfin, dat laatste valt nog te bezien want voeding is hier echt het kernprobleem van de volksgezondheid.   Over voeding en gezondheid, meer in deel 4!

 

Fotoalbum

 
file.jpg

Waarom massavaccinatie weinig zinvol blijkt (deel II)

Klik op de foto om het blogartikel te lezen op The Human Side!

 
644642_614bd7b2f3e24545bc93cd09ba21326b_mv2.png

Waarom brede vaccinatie weinig zinvol is! (deel 1)

Klik op de foto om het blogartikel te lezen op The Human Side!

 
c2fa94_376ec4c6d59a47018cd429bfd84ebf6f_mv2.jpg

Doorbraakinfecties en complicaties bij gevaccineerden!

Klik op de foto om het blogartikel te lezen op The Human Side!

 
c2fa94_22b97b993d974817a0b2f3e937ecaa71_mv2.jpg

Waarom een Green Pass geen enkel nut heeft!

Klik op de foto om het blogartikel te lezen op The Human Side!

 
c2fa94_0a8c4814f7324dce9997f2b206498482_mv2.jpg

Vicieuze cirkels vanuit politiek en medisch zelfbehoud

Klik op de foto om het blogartikel te lezen op The Human Side!

 
c2fa94_38ba1c6a1ebf4dd0bca3ed56a6577b21_mv2.jpg

Vaccinatie bij kinderen: de olifant en de mug

Klik op de foto om het blogartikel te lezen op The Human Side!